Onderzoek arbeidsmarkt

Onderzoek onder afgestudeerde masters

Waar komen biowetenschappers terecht een jaar na afstuderen? Hoe vinden ze hun baan? Welke werkgevers hebben biologen in dienst? Antwoorden via de landelijke NIBI arbeidsmarktenquête. In 2022 startte de nieuwe mini-enquête onder afgestudeerde masters biowetenschappen, afgestudeerd tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2021. De respons bleef achter bij voorgaande edities; bijna 400 afgestudeerden vulden de mini-enquête in. De resultaten verschenen februari 2024 in Bionieuws. Voorbeelden van werkgevers en functies per mastercluster (biologie-algemeen, ecologie & evolutie, biomedische wetenschappen, neurowetenschappen, moleculaire wetenschappen) zijn op te vragen via scheurwater@nibi.nl

Masteronderzoek in 2010, 2015 en 2019
Van de vorige lichting, afgestudeerd tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2018, vulden maar liefst 698 afgestudeerden van zeven verschillende universiteiten in Nederland de mini-enquête in. De resultaten verschenen september 2019 in Bionieuws (artikel is ook beschikbaar in het Engels).
Van 15 maart tot 15 juli 2015 vulden ook bijna 700 afgestudeerde masters biowetenschappen de mini-enquête in met vragen over hun arbeidssituatie, werkgever, aantal maanden dat het duurde om een baan te vinden en over hun salaris. De resultaten verschenen januari 2016 in Bionieuws. In mei, juni en juli 2010 hield het NIBI een grote arbeidsmarktenquête onder recent en al langer afgestudeerde biowetenschappers en vroeg naar hun (werk)situatie precies een jaar na afstuderen en hun werk of andere bezigheden in 2010. Bekijk de resultaten van dit NIBI arbeidsmarktonderzoek.

 

Onderzoek onder werkgevers

Vanaf maart 2020 onderzocht het NIBI in opdracht van de universitaire opleidingen biologie en biomedische wetenschappen de aansluiting van het biowetenschappelijk onderwijs met de arbeidsmarkt. Onderdeel van dit werkgeversonderzoek was de werkgeversenquête (in het Nederlands en het Engels aan werkgevers aangeboden), daarnaast zijn 25 diepte-interviews afgenomen met een breed scala aan werkgevers die biowetenschappers in dienst hebben en nemen. Ten slotte is er overlegd met verschillende brancheverenigingen om een beeld te krijgen van het toekomstperspectief binnen de verschillende werksectoren. Het verslag van dit onderzoek is beschikbaar. Bekijk het complete rapport 'Arbeidsmarktonderzoek Biowetenschappen en Biomedische Wetenschappen in Nederland - 2021' (pdf-file). In Bionieuws verscheen in oktober 2021 het artikel 'Werkveld wil systeemdenkers met vakkennis' waarin dit rapport geanalyseerd wordt (dit artikel is ook beschikbaar in het Engels). Vragen over het onderzoek? Stuur dan een mail naar Ingeborg Scheurwater (scheurwater@nibi.nl).


De volgende in het oog springende conclusies en aanbevelingen komen uit dit NIBI onderzoek naar voren:

 

  1. Organisaties in alle werkvelden zijn tevreden over het kennisniveau dat opleidingen afleveren. In ieder werkveld is er behoefte aan het verdiepen van kennis die specifiek is voor de sector. Alle organisaties zien graag een zekere breedte in de opleiding, maar ook een duidelijke focus. 
  2. De exponentieel toenemende biologische kennis moet leiden tot een keuze in de opleiding. Organisaties geven aan dat het kunnen doorgronden van biologische systemen en mechanismen die specifiek zijn voor het werkveld heel belangrijk is. Biologisch systeemdenken moet in de opleidingen worden ontwikkeld in een voor het werkveld relevante context.  
  3. Respondenten hebben in een aantal gevallen aangegeven kennis van evolutie weinig van belang te vinden. De uitdaging voor de opleidingen is om evolutie en evolutionair denken aan de orde te laten komen in voor het werkveld relevante contexten. 
  4. De biologie kent een data-explosie in alle werkvelden. Het betrouwbaar en statistisch verantwoord genereren van informatie uit data moet meer dan voorheen aan de orde komen in de opleidingen. Van de bioloog wordt tegenwoordig gevraagd om uitspraken te doen over het verloop van processen. Naast biostatistiek is modelleren daardoor een onmisbaar onderdeel van de gereedschapskist van de bioloog. 
  5. In de diverse werkvelden is de manier van rapporteren anders. Het varieert van de behoefte aan een wetenschappelijke publicatie, tot een beleidsadvies of een wetenschapsjournalistieke bijdrage. Het tijdens de opleiding trainen in het maken van de voor de respectievelijke werkvelden gebruikelijke producten zou in deze behoefte voorzien. 
  6. Alle organisaties vinden een wetenschappelijke onderzoeksstage belangrijk. Respondenten geven aan dat een tweede MSc-stage vrijer zou kunnen worden ingevuld. Het advies is om studenten te confronteren met echte casus op gebied van ontwikkeling, beleid of wetgeving natuurbeheer. Leer ze werken in de context van toepassing van wetenschappelijke kennis. 
  7. Het kunnen rapporteren in het Nederlands en Engels is voor het hele werkveld van groot belang. Samenhangend en overtuigend schrijven en ook presenteren moet verder worden ontwikkeld. Vooral in de ecologie sector en ook in beleid valt op dat het kunnen vertalen van gegevens naar een beleidsrapportage of advies in het Nederlands niet voldoende ontwikkeld is. 
  8. Academische vaardigheden blijven van groot belang. Daarnaast vragen veel organisaties om maatschappelijke vaardigheden zoals het kunnen samenwerken in interdisciplinaire teams van wisselende samenstelling en het kunnen communiceren met niet-wetenschappers. 
  9. Organisaties in alle werkvelden herkennen bij de afgestudeerden enthousiasme en het vermogen om in teams te werken. Ze geven aan assertiviteit, zelfstandigheid en begrip van hoe de wereld in elkaar steekt, een zekere mate van ‘streetwise-heid’, te missen. 
  10. Organisaties in alle werkvelden zien dat de prestatiedruk op studenten hoog is, ‘ze worden door het systeem geduwd’. Wellicht daarmee samenhangend valt de schoolsheid op: studenten gaan naar school,  krijgen les en worden vaak aan de hand genomen. Het is de uitdaging daar minder op te focussen en juist meer aandacht te hebben voor het afleveren van jonge zelfbewuste professionals met een kritische houding. ‘Niet iedereen kan de eindstreep halen.’ 
  11. Het valt organisaties op dat het begrip van hoe organisaties werken onvoldoende is ontwikkeld bij mensen met een afgeronde masteropleiding. In een organisatie zijn targets, kosten en baten, het team en de klanten van belang. Opleidingen zouden er goed aan doen om studenten bijvoorbeeld in stages kennis te laten maken met alle aspecten van een organisatie.


Trendanalyse werkgeversonderzoek 2009 - 2021

In 2014 en 2009 voerde het NIBI ook onderzoek onder werkgevers uit. Het werkveld voor startende biowetenschappers bleek toen ook al heel breed: van onderzoeksinstellingen tot communicatie organisaties. De pdf-files van de onderzoeksrapporten uit 2014 en 2009 zijn op deze pagina te vinden. In oktober 2021 zijn de resultaten van de werkgeversonderzoeken uit 2009, 2014 en 2021 met elkaar vergeleken in het rapport 'Trendanalyse Arbeidsmarktonderzoek Biowetenschappen en Biomedische Wetenschappen in Nederland 2009 - 2021'